Corona mandaat aan college beperkt

Het college deed een voorstel om de financiële bevoegdheden te verruimen voor uitgaven tot 75.000 in het kader van lokale steun ter bestrijding van de gevolgen van corona. Wij ondersteunen dat je een crisis daadkrachtig moet bestrijden. Het gaat hier ook niet om het uitvoeren van rijkscompensatie en het gaat ook niet over steun die past in de bestaande budgetten, dat is al een college bevoegdheid. Daarom vroegen we in het debat naar criteria op basis waarvan het college gaat besluiten, een plafond en voldoende evaluatiemomenten. Naar aanleiding daarvan heeft het college het voorstel aangevuld met een leidraad.

En de leidraad heeft wel een aantal zaken kunnen verduidelijken. Het is niet zo dat er een lijstje met criteria duidelijk is, daarvoor zijn de problemen niet te voorzien en te verschillend van aard. Wel is aangegeven dat de maatregelen een bijdrage moeten leveren om de maatschappelijk infrastructuur in onze stad in stand te houden, dat vinden wij heel belangrijk. 

Maar hoe belangrijk we het ook vinden en ook wij willen niets nalaten als we de stad kunnen helpen, maar het budgetrecht van de van raad is een een zware verantwoordelijkheid. De gemeente heeft niet zulke diepe zakken als de rijksoverheid en we kunnen het geld maar een keer uitgeven. En nu te veel geld uitgeven betekent dat dat we straks mogelijk moeten gaan bezuinigen, dat wil niemand, dus daarom willen wij liever bij voorbaat een grens stellen aan deze uitgaven.

Het college heeft al een aantal evaluatiemomenten toegezegd, de eerste in april. Gelukkig wordt dus snel duidelijk hoe deze procedure gaat werken en kunnen we controleren of er juiste keuzes gemaakt worden en op dat moment zien we ook of deze grens tot problemen zou kunnen leiden. 

We dienden een amendement in dat er voor zorgt dat er een maximum bedrag gekoppeld wordt aan de uitgaven op basis van dit raadsvoorstel, een verbetering volgens ons. Want Ja, het college heeft daadkracht nodig. Maar nee, het CDA vindt niet dat dit met een ongelimiteerde cheque moet.  Overigens werd dit amendement door bijna iedereen gesteund.

Kerst- en nieuwjaarswens

Sociale woningbouw in Tilburg

Goed wonen is meer dan een slaapplek, meer dan een dak boven je hoofd. Het is leven met anderen, in een gezin, in een buurt, in wijken en dorpen waar we ons thuis voelen. En dat doe je samen.

De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar vraag en aanbod van sociale huurwoningen in Tilburg. Tilburg wil een ongedeelde stad, met ongedeelde wijken zijn. Toch heeft maar de helft van de Tilburgse wijken tussen de 10-30% sociale huur. Er zijn zelfs zes wijken met  50 to 65% sociale huur. De leefbaarheid in deze wijken staat onder druk, zo laat ook het rekenkameronderzoek zien.  De aanbeveling van de rekenkamer om meer aan spreiding van sociale huurwoningen over verschillende Tilburgse wijken te doen, vinden wij als CDA dan ook een hele belangrijke. De andere aanbeveling van de rekenkamer -om een compensatiefonds in te richten, zodat ontwikkelaars op locaties waar het financieel onaantrekkelijk is, hun verplichting tot het realiseren van sociale huur ‘ af kunnen kopen’-,  vinden wij in dat kader echt onwenselijk.  Daarom heeft het CDA  een amendement ingediend, dat raadsbreed is aangenomen.

Omdat het voor de hand ligt dat het in gewilde woonwijken met veel koopwoningen, financieel lastiger is om sociale huurwoningen te realiseren, brengt het instellen van een compensatiefonds het risico met zich mee dat sociale huurwoningen enkel gebouwd gaan worden in goedkopere wijken van Tilburg. Dit brengt een ongedeelde stad niet dichterbij. De beste manier om samen wonen in Tilburg te realiseren is vast te houden aan het minimumpercentage van 20% sociaal en 10% middenhuur bij grootschalige nieuwbouwprojecten.

De eerder dit jaar door het CDA ingediende  motie ‘samen werken aan middenhuur’ geeft het college en de corporaties namelijk al de mogelijkheid, om -indien meer sociale woningbouw op een nieuwbouwlocatie in een wijk met al hoge percentages sociale huur echt niet wenselijk is- de 30% in te zetten voor het realiseren van betaalbare middenhuur.

 

Organisatie CDA Tilburg

Het bestuur heeft in de ALV geschetst op welke wijze de organisatie van de afdeling Tilburg wordt ingericht om het CDA in Tilburg zo sterk mogelijk te laten zijn. Met daarbij accent op de waarden waar het CDA voor staat in een moderne, multiculturele samenleving. Het bestuur heeft een aantal formele en vooral ook organisatorische taken. Bovenal is het zaak om stadgenoten te stimuleren mee te bouwen aan stad en dorpen. Een beweging van betrokken Tilburgers met een CDA-hart die zich vanuit interesse en expertise inzetten op uiteenlopende onderwerpen en thema’s die lokaal om aandacht, uitwerking en beleid vragen. Er zit veel kracht in de stad en het is een uitdaging die op constructieve wijze aan te wenden.

Bestuur

Idee is om het bestuur klein en slagvaardig te houden voor de specifieke formele en organisatorische taken van een bestuur. Daarnaast wil het bestuur overlegtafels inrichten. De tafels kunnen naar thema georganiseerd zijn (Volkshuisvesting/ruimtelijke ordening, Sociaal Domein), naar generatie (CDJA, Senioren) en geografisch georiënteerd zijn (Berkel-Enschot/Udenhout/Biezenmortel, Tilburg-Noord). Iedere tafel heeft een kartrekker.

Een tafel bestaat uit betrokken Tilburgers met een CDA-hart voor de stad:

  • Met expertise en interesse in een bepaald thema
  • Zoveel mogelijk betrokken en vanuit deskundigheid opererend, niet belangenbehartigend
  • Notities en discussies in de stad op het themagebied intensief volgend
  • Zich schikkend c.q. lol hebben in een adviserende rol
  • Scherp afgestelde antennes, evt. netwerk op het themagebied

 

Een tafel kent idealiter als samenstelling:

  • Een kartrekker in de rol als voorzitter die kan verbinden, adviseren, discussies leiden en de groep op sleeptouw nemen
  • Een ervaren politicus, affiniteit/ervaring met het thema, thuis in het politiek proces
  • Een of meerdere potentials met affiniteit met het thema en mogelijk verdere politieke ambities
  • Fractielid met het thema van de tafel in portefeuille
  • Leden met expertise op het thema (ervaringsdeskundigen, betrokkenheid bij het stadsdeel/’de dorpen’, resp. behorend tot de leeftijdsgroep (senioren, jongeren)
  • Mengvormen van bovenstaande
  • Zo divers mogelijk

De tafel adviseert. De fractie bepaalt de politieke lijn, standpunten en voert het woord over de thema’s. De tafels treden op zichzelf niet met standpunten namens het CDA naar buiten. Ze zijn op constructieve wijze dienend aan/voor de politieke lijn. Naast ondersteuning voor de fractie kunnen tafels input leveren voor het verkiezingsprogramma. Tafels dragen uit de betrokkenheid bij de lokale politiek te willen vergroten en de kennis en ervaring van burgers in onze stad te willen benutten. Via de tafels kunnen we kennis en ervaring van ‘oudgedienden’ behouden en betrokkenheid vasthouden, het oog gericht op de toekomst en niet hoe het was. Deelname kan laagdrempelig worden georganiseerd, maar moet niet vrijblijvend zijn.

Voor de tafel Berkel Enschot – Udenhout – Biezenmortel is Manfred van Zeeland bereid gevonden als kartrekker op te treden. We zijn verder met velen in gesprek voor de vorming van overige tafels en ook voor de commissies voor de Gemeenteraadsverkiezingen in 2022. Heb je interesse voor een tafel meld je aan via cdatilburg@gmail.com.

 

Straatnamen in Stappegoor

Ze zijn allemaal geboren in Tilburg en waren in hun tijd Olympische sporter of namen deel aan wereldkampioenschappen: Jan Pijnenburg won bij de Olympische Spelen in 1928 een zilveren medaille op de ploegenachtervolging, Wim de Beer was spits in het Olympische hockeyteam van 1960, Anton Ebben nam als springruiter in 1976 deel aan de Olympische Spelen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Want ook Willem II’er Jan van Roessel, honkballer Ben de Brouwer en van recente datum ijshockeyer Guus Bakker zijn Tilburgse sporticonen.

Het CDA initieerde een motie waarin het college wordt gevraagd om de commissie naamgeving de suggestie mee te geven om de straten in nieuwbouwwijk Stappegoor, waar vrije tijd en sport ruim vertegenwoordigd zijn, te vernoemen naar bijvoorbeeld de sporthelden. En hoe mooi zou het zijn als de stad betrokken kan worden bij de keuze van deze sporthelden.

Zie het idee als een eerbetoon aan deze topsporters, die Tilburg in hun tijd op de kaart hebben gezet. Die rolmodellen waren en anderen enthousiast hebben gemaakt om te gaan sporten. En met dit idee kunnen we als stad onze trots uitstralen, omdat Tilburg toen en nu topsporters voortbrengt.

De motie heeft het nodige losgemaakt. Spontaan werden namen aan mij toegezonden, maar ook kritische vragen gesteld waarom ik geen vrouwen heb genoemd in het krantenartikel. Een terecht punt, maar mijn research – zelfs bij kenners-  leverde nog geen vrouwelijke iconen op. Verder was het niet voor iedereen duidelijk dat het een eerbetoon is aan overleden sporters, want ik kreeg veel voorstellen, zoals de Bud Brockendreef, de Jackie Groenenstraat en het Hans Smoldershofje.

Visie op de kerken

Gemeenten die nog geen kerkenvisie hebben opgesteld, moeten vaart maken. Het Kabinet heeft 9 miljoen subsidie beschikbaar voor een toekomstplan voor kerken en kloosters, maar de aanvraag daarvoor moet worden ingediend voor 15 juni 2021. Naar aanleiding van een artikel hierover in het Brabants Dagblad ondernam het CDA Tilburg actie. Aangezien ook 50plus hier mee bezig was, zijn er gezamenlijk vragen gesteld. Op deze manier kan het college aan de slag om te zorgen dat we een goede invulling gaan krijgen voor ons cultureel erfgoed.

Inkoop zorg door de gemeente

We waren al een langere tijd bezig met verandering in de inkoop in het sociaal domein en dan gaat het over jeugdzorg, WMO en participatie. Na een voorbereidingsperiode is in de raad van 14 december deze inkoopstrategie vastgesteld. Belangrijk want het  gaat hier over kwetsbare mensen en ruim 45% van onze totale gemeentebegroting. 

We doen dit om het beter te maken. Om een systeem neer te zetten waarin toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid belangrijk zijn en deze drie voorwaarden in samenhang met elkaar ingevuld gaan worden.  Om alle inwoners te kunnen helpen op een manier waarmee ze vooruit komen. En om te garanderen dat het geld wat voor de zorg bedoeld is, ook aan de zorg besteed gaat worden.

Daarom zijn wij blij met de uitgangspunten die er nu liggen. Wij onderstrepen elk van deze zes uitgangspunten en willen het volgende nog graag benadrukken. Het normaliseren is voor ons een belangrijk uitgangspunt, we hebben hierover niet voor niets een motie ingediend. De invulling hiervan en van alle andere uitgangspunten moet nog plaats gaan vinden. Maar de bewegingen die we nu zien zijn positief.  Dat geldt ook voor de beweging dat we van het corrigeren aan de achterkant naar gesprekken met minder zorgaanbieders aan de voorkant gaan. Dat is een beweging die goed is voor onze inwoners, zij zullen snelheid en kwaliteit gaan ervaren.  En natuurlijk zullen er in het nieuwe systeem ook keuzes gemaakt moeten worden. Dat zijn keuzes binnen de uitgangspunten en gebaseerd op het vertrouwen wat wij hebben in onze partners en de wijze waarop zij goede zorg willen leveren aan onze inwoners. 

En natuurlijk speelt betaalbaarheid een rol. Geld wat voor de zorg is moet aan zorg besteed worden. En dat kan door een deel van de marktwerking los te laten. Geen impuls meer voor een aanbieder om zoveel mogelijk klanten binnen te harken, voor een dienst waar veel rendement op zit. Maar samen met andere aanbieders in vertrouwen en met verantwoordelijkheid de zorg bieden die noodzakelijk is voor de inwoners. Daar hoort vooraf inzicht in de financiën bij en een jaarrekening zal zeker helpen,  maar niet met een schijnzekerheid van een maximum winstpercentage. Beter vinden wij het om te kijken met een bredere scope en met goed contractmanagement te sturen op samenhang tussen kwaliteit van personeel, kwaliteit van zorg, ruimte voor innovatie en een normaal financieel beleid. 

De sociale raad noemt het plan ambitieus en dat is het ook, maar we hebben een ambitieus plan nodig om tot een beter systeem te komen en wij zijn er overtuigd dat het wel realistisch is. Natuurlijk is hier wel sprake van veel veranderingen en dat gaat gepaard met weerstand en onzekerheid. Om het vertrouwen wat we vandaag hebben in deze aanpak vast te houden, vragen we de wethouder of het college bereid is om op dezelfde wijze als in de afgelopen maanden de raad te blijven informeren en raadplegen.  

Voorzitter,

Met dit raadsvoorstel zetten we een volgende stap in een traject waarbij zorg leveren aan onze inwoners en hun zorg centraal zetten. Wij zijn heel blij dat degenen die zorg nodig hebben, geholpen worden met wat ze nodig hebben, en we deze mensen niet langer een verdienmodel laten zijn.