Marcel van den Hoven verlaat gemeenteraad

Marcel van den Hoven wordt per 1 oktober aanstaande benoemd als voorzitter College van Bestuur van stichting Tangent, een onderwijsstichting met 16 scholen in de gemeenten Tilburg, Goirle en Gilze-Rijen. In deze functie heeft hij rechtstreeks overleg met het gemeentebestuur en daardoor is zijn nieuwe functie niet te combineren met de rol van gemeenteraadslid. Daarom zal hij, na 17 jaar gemeenteraad, op 1 oktober aanstaande stoppen. Het CDA heeft grote waardering voor hetgeen Marcel van den Hoven in deze periode voor de partij gedaan heeft. Als raadslid en als fractievoorzitter. En niet alleen voor het CDA. Hij was de hele gemeenteraad ten dienst in de werkgevercommissie en als vice-voorzitter van de gemeenteraad. Wij zijn Marcel heel veel dank verschuldigd, zijn kennis, inzet, betrokkenheid en ervaring waren heel waardevol. Fractievoorzitter Ineke Couwenberg:  “Ik had graag nog lager gebruik gemaakt van de ervaring van Marcel, we waren een goed team. Maar ik snap dat hij deze kans heeft gegrepen en gun hem deze van harte. Marcel is een super collega, altijd bereid om iemand te helpen. Wij zullen ook zijn gezelligheid missen. We feliciteren hem van harte en wensen hem een succesvolle nieuwe stap in zijn carriëre. Een goede aanwinst voor het Tilburgse basisonderwijs”.

 

Met het vertrek van Marcel komt er een vacature in de fractie van het CDA. We gaan aan de slag met de opvolging en zullen hier zo snel mogelijk informatie over verschaffen.

Blijf niet mokkend aan de kant staan

Bijna een derde van mijn eerste raadsperiode van vier jaar zit erop.  Het is een tijdrovende, intensieve en interessante rol als volksvertegenwoordiger. Afgelopen week spande de kroon bij de bespreking van de Perspectiefnota. Het was een week van het schrijven van moties, overleg met partijen, het  doorploegen van stapels met jargon doordrenkte beleidsnotities en nachtelijke vergaderuren, zoals Ineke al toelichtte in dit artikel. Karel Glastra van Loon zei ooit: ‘Blijf niet mokkend aan de kant staan, stel een daad en toon je moed.’ Vrijwel iedereen die deze boodschap aanspreekt en zich politiek wil inzetten voor de samenleving, doet dat in eerste instantie in zijn eigen stad. Sommigen zien het als een belangrijke kweekvijver: bijna de helft van de 150 zittende Tweede Kamerleden leerde het politieke vak in de Gemeenteraad.

De misvatting dat er in muffe raadzalen vooral wordt gesproken over onbeduidende zaken zoals het onderhoud van lantaarnpalen is hardnekkig. Het gaat juist vaak over zaken die belangrijk zijn voor veel mensen, zoals jeugd- en thuiszorg, afval en veiligheid. Lokale politici – en dat lot treft ons ook- die zich vier jaar lang inzetten voor de plaatselijke publieke zaak blijven vaak onzichtbaar. Ook de rol van het CDA bij de bespreking van de Perspectiefnota haalde niet de krant. Er is steeds minder journalistieke aandacht voor de lokale politiek. Daarnaast zijn de inwoners steeds moeilijker te bereiken. Niet iedereen leest een krant of zien andere nieuwsmedia, en velen hebben geen idee wat een raadslid doet. Terwijl wij als raadsleden de poortwachters zijn: de vertalers van wensen uit de samenleving in concrete politieke eisen.

Het CDA in Tilburg wil daarom horen wat er in de stad leeft. Als het over ouderenzorg gaat dan leggen wij eerst ons oor te luister bij een ouderenorganisatie, zoals de KBO. Of nog beter: bij een oudere. Zo voelen mensen zich gehoord en worden je argumenten bovendien overtuigender. Daarna lezen we met de opgedane kennis een beleidsstuk en gaan we het debat in. We zetten gezond verstand in, tonen betrokkenheid met onze stad en hebben oog voor de belangen van de inwoners van de dorpen en wijken. En we waken ervoor om ons te laten opslokken door regels en procedures. We brengen overtuigend de opvattingen en gevoelens vanuit Tilburg naar het  gemeentehuis. En we blijven geenszins ‘mokkend aan de kant staan’.

Inbreng vanuit onze volgers, maar ook daarbuiten, is bij ons altijd welkom. Bel of app de groene telefoon op 06 – 34 85 77 16 om direct met ons in contact te komen!

Perspectiefnota 2020

Voor het CDA is de wijkaanpak een van de belangrijkste onderdelen van de perspectiefnota. Elke wijk krijgt in 2020 een wijkagenda, niet allemaal hetzelfde, maar passend bij de wijk en met de inwoners zelf gemaakt. De problemen en wensen in Udenhout zijn echt anders dan in Korvel. We spreken samen af wie wat gaat doen en wanneer. En daar wordt op het gemeentehuis naar gehandeld! Dat gaan jij en ik merken. Natuurlijk komen er daarnaast een boel andere zaken aan de orde, het opruimen van afval, meer waardering voor onze vrijwilligers want daar kunnen we niet zuinig genoeg op zijn. En we breken een lans om de woonlasten in Tilburg laag te houden. Tilburg is fijn om te wonen en dat moet volgens het CDA zo goedkoop mogelijk blijven. Lees hieronder het hele betoog van Ineke Couwenberg met betrekking tot de perspectiefnota:

Voorzitter,
De perspectiefnota is het moment om stil te staan bij de dingen die we wensen voor onze stad en voor een deel al aan het realiseren zijn. Maar het is papier en is het gevoel wat je bij dit papieren stuk hebt dan vergelijkbaar bij het gevoel wat je in de stad hebt?

Ik voel me trots op deze stad als middelbare schoolleerlingen massaal naar de LocHal gaan om te leren voor hun examens.
Ik voel me verdrietig als we een ouder met een kind met veel problemen, maar niet kunnen helpen terwijl elke professional dat graag zou willen doen.
En ik voel me teleurgesteld als blijkt dat het nieuwe stadhuis toch weer duurder wordt.
Ik voel me boos als ik een hufter met een veel te hoge snelheid over de ringbaan zie

Ik voel me blij als iemand bij het stoplicht een gezellig praatje met me maakt.

En als ik de perspectiefnota lees, voel ik ook trots!

Met woorden worden beelden omschreven, zoals we willen dat onze stad is om in te leven, we geven aan wat we willen verbeteren, welke dappere keuzes we daarvoor maken en hoe vooruitstrevend we met onze stad de toekomst in willen.
Ik voel de emoties uit de stad maar ik voel ook ongeduld, omdat we natuurlijk willen dat alles veel sneller gaat.
Ik voel onmacht als we lange dagen vergaderen en elkaar gevangen houden in procedures en documenten.
Soms lijkt het dan alsof de realiteit van elke dag van de Tilburgers in de stad ver weg staat van de beleidsstukken die we als gemeenteraad doornemen.

Om dingen te kunnen realiseren voor mensen in de stad, moet je je wel bezig houden met plannen, raadbrieven en raadnotities. Veel vaker en veel langer dan ik misschien zou willen, maar dat is wel de manier waarop het voor elkaar komt.
Besturen is niet mopperen op alles wat misgaat en aandacht geven aan alles wat beter zou kunnen. Dat is bij een bedrijf niet en dat is bij een gemeente ook niet.

In deze perspectiefnota 2020 zetten we stippen we op de horizon en in zijn algemeenheid zijn we blij met de gekozen richting. De manier waarop we beleid maken is door de stad erbij te betrekken. Ideeën op te halen en te luisteren naar waar het beter kan. Niet communiceren wat er besloten is maar burgers laten participeren. Maar we merken in de praktijk hoe lastig het is om naar ieders tevredenheid mensen te betrekken bij bestuur. Want als je wel gehoord bent, maar er wordt niet naar je geluisterd, heb je je zin niet gekregen. Is dan de participatie slecht? Nee, dus daar wil het CDA middels een motie verbetering inbrengen.

Wijkaanpak
Een van de belangrijkste onderdelen van het bestuursakkoord is de wijkaanpak. Wij zijn er blij mee dat die in deze perspectiefnota verder uitgewerkt wordt. Elke wijk krijgt in 2020 een wijkagenda, niet allemaal hetzelfde, maar passend bij de wijk en van onderop! De problemen en de wensen in Udenhout zijn echt anders dan in Korvel. De wijkwethouders doen hun werk en hierdoor komt de gemeente nog dichter bij de wijk. We spreken samen af wie wat gaat doen en wanneer. En daar wordt op het gemeentehuis naar gehandeld! Dat heeft impact en dat is wat burgers gaan voelen. Iedereen wil zich prettig voelen in zijn omgeving, onze openbare ruimte. Als deze basis in orde is, dan helpt dat om de verloedering tegen te gaan. Wij zijn ervan overtuigd dat het verschil uiteindelijk gemaakt wordt, door het gedrag van onze inwoners. We hebben het geprobeerd door zelf  het goede voorbeeld te geven, dingen op te ruimen, meldingen met de BuitenBeter app te doen. Maar constateren dat het onvoldoende is. Er moet iets structureel anders om bij plaatsingen te voorkomen.

Sociaal domein
Het sociaal domein is essentieel als het gaat om gezonde en gelukkige mensen. We zijn blij met de gekozen aanpak. Geen bezuinigingen waarvan we niet weten welke effecten ze hebben op de hulp en zorg voor onze inwoners. Maar het lef om waar het beter kan dit gewoon te gaan proberen. Natuurlijk maken we ons zorgen of dit snel genoeg gaat. Maar we hebben vertrouwen.
In 2020 worden belangrijke stappen gezet in bestaanszekerheid. Voor ons is dat zo’n wezenlijk onderdeel dat we hier met een motie komen om de juiste prioriteit in de begroting te krijgen.

Vrijwilligers
Onze stad is van de Tilburgers, de bijdragen die zij leveren is bepalend. Coaches langs het sportveld, bestuurders van verenigingen, vrijwilligers voor het AutoMaatje of welke voorbeelden dan ook. Daar kunnen we niet zuinig genoeg op zijn. Heel veel activiteiten worden gedragen door vrijwilligers. Het verenigingsleven is zo kostbaar, de mensen die dat dragen moeten we koesteren. Als zij er niet meer hun schouders onder zetten, dan… Daar durf ik niet aan te denken.  Daarom wil ik hier een pleidooi houden om meer te doen voor vrijwilligers.
Als we in de gemeentelijke organisatie een hulpvraag of een initiatief krijgen van vrijwilligers, dan moeten we er alles aan doen om deze mensen de weg te wijzen. Zij doen dit met hun hart, niet omdat het hun werk is. Ze hebben minder tijd, minder geduld en soms minder kennis van de organisatie. Ik wil het college vragen ze actief te helpen bij hun vraag en zo min mogelijk te vangen in procedures en richtlijnen.
Dat geldt ook voor vrijwilligers in de zorg. Zij zijn zo bepalend voor het geluk en de gezondheid van onze mede inwoners. En dan is respijtzorg iets wat keihard nodig is. Even op adem komen, is voor iedereen belangrijk. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet je niet de regels hoeven kennen, maar dat moet je aangereikt krijgen, omdat je gezien wordt.

In september komt de Integrale kijk op ouderen. Dat betekent dat de concrete uitwerking in 2020 plaats kan vinden. Uitgangspunt is dat ouderen hun talenten inzetten zolang ze dat kunnen en passende ondersteuning krijgen als dat nodig is. En natuurlijk hadden we graag gezien dat het maken van beleid sneller gaat, maar we zien dat er stappen gezet worden en geloven in een goede uitkomst.

Bedrijven
Het belang van een economisch sterke stad is enorm groot, dat is de basis waar we op kunnen bestaan. En in tijden van economische voorspoed wordt dat wel eens vergeten. Maar als onze economie niet floreert, komen mensen langs de zijlijn te staan en hebben we geen geld om te investeren. Daarom pleiten wij in deze tijd om goed te kijken naar de uitgifte van onze industrieterreinen. Ons buitengebied is van enorm belang voor een groene omgeving en voor ondernemers en bewoners, het is hun leefomgeving, niet een ongebreidelde voorraad had die we geschikt kunnen maken voor industrie. Dus leg vast aan welke eisen bedrijven moeten voldoen op het gebied van onder andere duurzaamheid en werkgelegenheid en inpassing in de omgeving, en wees realistisch in tijden waarin het minder gaat, en die komen ongetwijfeld, ook dan willen we ook dat ondernemers blijven kiezen voor Tilburg. Kan het college toezeggen met deze invulling aan de slag te gaan?

Voorzitter, ik sluit af. Het is fijn en goedkoop wonen in Tilburg. De perspectiefnota is een visie en geen begroting. Gelukkig wel een doorkijk naar de financiële lasten voor de burger. Die blijven laag. Wij waken ervoor dat Tilburg zuinig is op zijn financiële positie. We kunnen ons veroorloven om te investeren in de mensen in onze stad, door onze reserves aan te spreken. We houden de balans tussen investeren en een stevige financiële positie. Een voorwaarde voor de lange termijn en daardoor kunnen we voor onze inwoners lage woonlasten blijven garanderen. Nu en in de toekomst!!

Wij wensen onszelf en de stad toe dat we een goed evenwicht vinden tussen de lange termijn en de toekomst van vandaag.  Een balans vinden tussen plannen maken en dingen gaan doen! Tilburg is een stad van makers, dat vraagt ook voldoende doeners in de politiek, laten we dat waar gaan maken.

 

Afsluitend debat chroom-6

Voorzitter,

Ik wil beginnen met nog eens ons medeleven uit te spreken naar de betrokkenen. Vandaag kijken we terug op een zwarte bladzijde uit de Tilburgse geschiedenis.

Wij moeten er vandaag als raad voor zorgen dat zoiets nooit meer kan gebeuren. En dat voelt als een last op onze schouders; wanneer doen we het goed? Goed genoeg om voor huidige en toekomstige Tilburgers te garanderen, dat zij nooit meer in zo’n situatie terecht komen?

Het is nog kort geleden. We zijn pas 8 jaar verder, maar toch lijkt het nu zoveel later omdat we zoveel meer weten. Inmiddels is chroom-6 en de schadelijkheid ervan bij iedereen bekend. Maar ook zijn onze arbeidsomstandigheden en de zorg voor onze gezondheid op een ander niveau geworteld in de maatschappij. Dat maakt dat wij nu met de ogen van vandaag terugkijken naar de situatie van toen.  Dat moeten we niet doen, want dat is een verantwoordelijkheid die we achteraf niet bij bestuurders neer kunnen leggen.

Welke verantwoordelijkheid dragen deze bestuurders dan wel? Zij waren immers verantwoordelijk voor de opzet en de uitvoering van het tROM traject. Het rapport is hier duidelijk over. Wij hadden effectieve maatregelen moeten nemen om de stofblootstelling bij het schuurwerk te voorkomen en dat hebben we onvoldoende gedaan.

En als ik de RI&E rapportages lees, dan zitten daar signalen in met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. Als werkgever voel je je verplicht om dit op te pakken en dat is niet gebeurd. Geen systematisch uitgevoerd arbozorgsysteem volgend de ARbo wet. Er bestond weinig besef voor het belang hiervan bij het management en daarvoor draagt de gemeente verantwoordelijkheid.

Dat de uitvoering als een dwingend regime werd ervaren, was een gevolg van de Wet. De politiek en ook de algemene mening was dat er in dit soort gevallen een harde hand nodig was. Maar hiermee was er natuurlijk geen goedkeuring om mensen in slechte arbeidsomstandigheden te laten werken, onheus te bejegenen en te intimideren. Terwijl ook dat is gebeurd.

Er waren ook andere verantwoordelijken, waarbij de NS, waar de kennis over het gevaar van Chroom-6 wel degelijk aanwezig was, volgens ons wel de meeste verantwoordelijkheid draagt.  Met deze kennis sloten zij een samenwerkingsovereenkomst met anderen partijen zonder deze informatie te delen. Dat is wat ons betreft onvergeeflijk.

Het is voor ons duidelijk dat direct na het bekend worden van de aanwezigheid van Chroom-6, het college daadkrachtig heeft gehandeld. Zij hebben verantwoordelijkheid genomen en alles in het werk gesteld  om ervoor te zorgen dat de onderste steen boven kwam.  Hierbij is gekozen voor onafhankelijkheid en openbaarheid.  Dat was een juiste keuze, de enige juiste keuze. Een ervaren onderzoeksbureau, een onafhankelijke commissie, hebben hun werk gedaan. De inzet van onze ambtenaren bij dit proces was buitengewoon. Daar hebben we veel waardering voor, niet alleen voor de inzet qua uren, maar ook voor hun betrokkenheid. Dit alles heeft geleid tot een financiële regeling voor de betrokkenen, die door hen als onvoldoende werd ervaren maar door de publieke opinie in Nederland als genereus werd beoordeeld. Wij zijn dan ook van mening dat het college niets verwijtbaar is.

De resultaten uit het rapport zijn duidelijk.  De verantwoordelijkheid dragen wij, maar verwijtbaar is het niet. Dat staat los van het feit dat we moeten leren van deze zwarte bladzijde, dit mag nooit meer gebeuren.

Wat moeten we hier van leren. En dat gaat niet alleen over werk en inkomen, het gaat over alle taken van een gemeente, die we zelf doen en waar we anderen voor inschakelen. In een samenleving, waarin steeds meer dingen gedecentraliseerd worden naar de gemeente.

Wat betekent dit voor onze projecten op afstand? Dan hebben degenen die de verantwoordelijkheid moeten dragen de neiging om alles dicht te regelen met procedures. Op welke manier organiseren we de administratieve organisatie, kwaliteitscontrole en arbeidsomstandigheden van projecten op afstand? Volledig dichtgetimmerd. Lange wachttijden, traagheid; een log orgaan. Dat kan niet! En dat willen we niet!

Juist omdat we willen dat we werken met proeftuinen, projecten met impact en maatwerk. Niet alles dicht geregeld en procedureel helemaal vast, maar mogelijkheden om toe doen is wat nodig, een menselijke maat te kiezen.

Dat plaatst ons in een enorm dilemma.

Het college schrijft dat er in de jaren na tROM veel gewijzigd is in de organisatie en in de samenleving.  Dat is waar.  Maar het feit dat er sprake is van een lerende organisatie en de organisatiecultuur integraler en minder hiërarchisch is, lijkt me toch te mager. Wij zouden graag van het college horen, hoe dit meer handen en voeten kan krijgen?

Met de uitkomsten van het onderzoek en dit debat, slaan we een zwarte bladzijde om. Maar het boek zal nog lang niet dicht zijn. De onafhankelijke commissie gaat een belangrijke rol spelen in de volgende fase. Wij wensen ze succes en vragen hun om de raad betrokken te houden. En we willen ze ook ook op het hart drukken om hun werk met oprechtheid en integriteit uit te voeren.  Met de focus op de mensen om wie het gaat, niet op de procedures. Zodat het ooit komt tot een afronding.

Motie: efficiëntere jaarstukken zijn een must!

De huidige jaarstukken zijn een uitkomst van heel veel uren arbeid van onze ambtenaren, bij zowel planning en controle, als bij de andere domeinen. In de afgelopen weken heeft de raad deze stukken van meer dan 250 pagina’s bestudeerd en er honderden vragen over gesteld. Daar wordt niemand blij van. Terwijl er jaren gewerkt wordt met de audit commissie om minder omvangrijke stukken op te leveren, stemt dit toch nog niet tot ieders tevredenheid.
Het gaat natuurlijk niet om het precieze aantal pagina’s, maar als raad vonden we toch dat we meer inzicht en sturingsmogelijkheden moesten hebben. Iets wat bij dit soort producties erg lastig wordt. Daarnaast riep de huidige versies honderden vragen op, die de ambtelijke organisatie veel tijd kosten om te beantwoorden. Geen efficiënte gang van zaken als je het mij vraagt.
Om die reden is er, samen met GroenLinks, Lokaal Tilburg en ONS Tilburg, een motie ingediend om dit soort stukken compacter bij de raad aan te leveren. Zo krijgen wij een beter totaal beeld zonder uren door nutteloze documenten te hoeven spitten, en hebben de makers minder vragen om te beantwoorden en meer tijd om écht te besteden aan de stad.
We hebben niet de intentie om goede afspraken uit het verleden ongedaan te maken, maar vinden wel dat het beter kan. Een dashboard waarin per onderwerp de informatie oproepbaar is uit een systeem zou een mooie invulling zijn. Of dit mogelijk is gaan we de komende tijd uitzoeken.

Afval; mag het een onsje meer zijn?

De afgelopen anderhalve maand ben ik bezig geweest met de verbouwing van mijn keuken. Uiteraard levert zo’n klus flink wat afval op, wat ik op verschillende momenten, gescheiden heb aangeleverd. De eerste keer zaten daar vier vuilniszakken met plastic bij die bij het restafval terecht kwamen, wat op zich al vreemd is. Wat me al helemaal verbaasde, was dat ik bij het uitrijden 5 kilo moest afrekenen, à €0,25 per kilo. “Met een aanhangwagen vol met zacht (verpakkings-)plastic haal ik toch nooit 5 kilo?” dacht ik nog. De weken erop ging ik weer lekker verder met knutselen aan de keuken, waarop ik weer het nodige afval produceer om in een volle aanhangwagen naar de milieustraat te brengen.

Wanneer je daar aankomt weeg, je eerst het gehele gewicht in van je auto en vuilnis, wat bij mij 1675 kg aangaf op de display. Vervolgens sta ik mijn vuilnis te lossen en te kletsen met een van de medewerkers, wanneer een mevrouw aan komt rijden die op zoek is naar het groenafval. De vrouw rijdt de weegbrug op zonder iets gelost te hebben en mag, jawel, 5 kilo afrekenen. Na al mijn afval gelost te hebben, rij ik weer de weegbrug op, die het bij inwegen 1665 kg en bij uitwegen 1655 kg op de display laat zien.

Nu begin ik toch serieuze vraagtekens te zetten bij deze weegbrug. Een keer is een incident, bij twee keer is er twijfel, maar bij een derde keer is het structureel.  Ik werd erg nieuwsgierig naar wat er met deze weegbruggen aan de hand was, dus heb ik bij de griffie de vraag uitgezet of deze geijkt en gekoppeld zijn. Na mijn vraag kreeg ik al snel een medewerker van het BAT aan de lijn, die mij vertelde dat dit afgelopen februari nog is gebeurd. Dat de afzonderlijke display bij het inwegen een ander gewicht aangaf dan op de bon vermeld stond, was bij hen niet bekend. Op mijn opmerking dat ik het daarnaast erg vreemd vond dat iedereen 5 kg of een veelvoud daarvan moest afrekenen, kreeg ik te horen dat de bruggen niet zijn gebouwd op per ons te wegen, maar per kilo. Waarom werd hier dan elke keer afgerond op 5 kilo of een veelvoud daarvan? Elke burger vertrouwt erop dat de weging en afrekening eerlijk gaat, echter werden alle bedragen naar boven afgerond. Op 15 april werd door het BAT ingestemd met de regel dat alles naar boven of beneden wordt afgerond in het voordeel van de burger, bij zowel in-als uitwegen. Zou dat dan betekenen dat een vuilniszak met plastic verpakkingsmateriaal, die doorgaans nog geen twee kilo wegen, gratis kan worden gestort? Een maand geleden ging ik deze vraag uitzoeken, door met een auto vol gesorteerd afval, waaronder een vuilniszak met verpakkingsplastic, weg te brengen naar dezelfde milieustraat. Inwegen, lossen, uitwegen…. Weer 5 kilo à €0,25 per kilo mocht ik afrekenen!

Het lijkt er niet op alsof het BAT de afspraak nakomt. Dit wordt uiteraard vervolgd en ik laat de uitkomst hier op de website weten, dus hou het in de gaten. Begin juni heb ik een nieuwe afspraak; ik ben benieuwd!

 

Door: Hans van de Ven