Digitale Kerstwensen

Ook de Groene telefoon is voorzien van social media; Twitter WhatsApp, Instagram en Facebook. Anno 2018 is dat de manier om elkaar te feliciteren, fijne kerstdagen of alle goede wensen voor het nieuwe jaar te sturen. Ik hoor er ook bij en ben inmiddels gestopt met het schrijven van kerstkaarten. Het mooie van de digitale manier is dat het op allerlei manieren gebeurt. Met leuke plaatjes, lieve filmpjes, foto’s van vroeger en warme woorden. Iedereen is dichtbij, wensen gaan zonder enkele moeite over de hele wereld en ze zijn aan iedereen gericht. En dat is juist waarom dat het dan ook zoveel minder mooi is… Ik wil geen wensen, die voor iedereen bedoeld zijn, hoe welgemeend ook. Dat voelt niet als aandacht.
Ik was gewend om mijn kaarten te voorzien van mooie woorden, een gedichtje waar ik trots op was, omdat het iets zei over mijn afgelopen jaar of het jaar wat voor ons ligt. Een gevoel wat ik graag met vrienden wilde delen. Het was het product van een tijd waarin je je even terugtrekt onder de kerstboom, even stopt met rennen en de tijd neemt om stil te staan bij wat echt belangrijk is. En dan wilde ik de enveloppen schrijven, geen adresstickers, maar iets meer persoonlijk. Vreselijk ouderwets. Toch heb ik het gevoel dat sommige ouderwetse dingen heel kostbaar zijn. Daar moeten we zuinig op zijn. Geen idee waarom ik niet meer de tijd nam, om welgemeend met aandacht naar mijn dierbaren te schrijven. Volgend jaar schrijf ik weer kaarten en natuurlijk delen we onze beste wensen dan ook via de Groene telefoon!

Hopelijk heeft iedereen fijne dagen en een goede jaarwisseling. Stuur weer eens een kaartje in 2019!

Door: Ineke Couwenberg

Kerstfeest voor iedereen! 

Als deze blog verschijnt duurt het nog krap een week voordat de Kerstdagen beginnen. Voor velen zijn dit gezellige dagen die we samen met geliefden, kennissen of familie vieren en waarbij de tafel vaak goed gevuld is met allerlei lekkernijen. Dagen om samen met elkaar te genieten van de mooie dingen die het leven ons te bieden heeft. Warmte, geborgenheid, gezelligheid en gezelschap.
Maar we weten allemaal dat die geneugten van het leven niet voor iedereen zijn weggelegd. Er zijn in onze samenleving genoeg mensen die tijdens Kerst niet kunnen genieten van een volle tafel, geborgenheid, gezelligheid of gezelschap.
En natuurlijk kunnen wij als individu of als vereniging niet alle noden van de wereld oplossen, maar we kunnen wel allemaal op onze eigen wijze en naar ons beste eer en geweten proberen er een steentje aan bij te dragen.
Hoeveel moeite is het om iemand die het goed kan gebruiken te verrassen met een lekkere kerststol of andere lekkernij? En hoeveel moeite is het om iemand die alleen is een kaartje te sturen of even te bellen? Maar… hoe mooi zou het zijn als wij allemaal iemand die eenzaam is, iemand die in armoede leeft of iemand die het om welke andere reden dan ook goed kan gebruiken aan onze tafel uit te nodigen. Zo leveren we allemaal een kleine bijdrage aan een beetje warmte, een stukje geborgenheid, een vleugje gezelligheid en aan het soms broodnodige gezelschap. De dankbaarheid die we er voor terugkrijgen zal onbetaalbaar zijn! Dit bevestigde Marti de Brouwer met de speelgoedinzamelingsactie die hij hielp mee te organiseren, waar hij in zijn vorige artikel over schreef.
Aan onze tafel schuift dit jaar mijn vader aan die voor het eerst Kerst alleen moet vieren. Hij heeft het geluk dat zijn kinderen hem beide dagen aan tafel uitnodigen en zo zijn eerste Kerst alleen op deze manier draaglijk proberen te maken. Hij heeft dat geluk wel, maar velen hebben dat niet. Laten we daar dit jaar eens wat extra oog voor hebben en aandacht aan besteden. Een klein gebaar voor een groot geluk!
Ik wens u allen alvast mooie Kerstdagen en een zalig nieuwjaar en zie alstublieft ook om naar hen die dat nodig hebben en verdienen.
Door: Marcel van den Hoven

Het CDA draait er niet omheen

De reparatie van Het Draaiend huis; een investering, maar zeker de moeite waard. Het Draaiend Huis hoort bij Tilburg, net als Koning Willem II, Sky Mirror van Anish Kapoor, de Kruikenzeiker en het kroepoek dak van het station. En ja, het Draaiend Huis moet draaien.. De Kruikenzeiker neem je ook z’n kruik niet af, het Kroepoek-dak wordt nooit een plat dak en als de sculptuur niet meer reflecteert, dan is de glans eraf.

Het Draaiend Huis is onlosmakelijk verbonden aan onze stad. We zetten ons in de markt als stad van experimenten en humor. Een tegendraadse stad. Heb dan ook het lef om iconen die deze waarden zo treffend vertegenwoordigen in stand te houden, en er trots op te zijn.

Iconen kosten geld, maar betalen zich in een veelvoud terug. Mensen waarderen de stad om z’n bijzondere plekjes. Daarom wonen mensen hier graag. En al die bijzondere plekjes trekken ook bezoekers en toeristen van buiten de stad. Gasten in onze stad die eten, drinken, slapen, musea bekijken en inkopen doen; een grote economische waarde.

Het zou pas echt geldverkwisting zijn, als we nu, 10 jaar na dato, de boel opruimen. Wie A zegt moet nu ook D van Draaien zeggen.

Het Draaiend Huis is een stadsentree die bij Tilburg hoort. Een vleugje kermis en een knipoog naar de Efteling. We gaan met het Draaiend Huis over de tong. Als je het mooi vindt, maar ook als je niet mooi vindt. Dat mag natuurlijk. Het waarderen van kunst wordt soms gemakkelijker als je het verhaal erachter kent. Het verhaal van het Draaiend Huis verdient om beter verteld te worden.

Kunnen we met het Draaiend Huis meer dan nu? Ja, wellicht. Een creatieve invulling. Als CDA fractie doen we de suggestie om van het Draaiend Huis een one-room hotel te maken. Een eerste Draaiend Hotel in de wereld dus. Goed voor heel veel extra aandacht en voor extra citymarketing. En voor de volledigheid: met goedkeuring van de meester zelf, kunstenaar John Körmeling.

In een dierentuin toon je geen opgezette dieren. Dan komt er niemand op af. Dieren moeten bewegen. Dan ervaar je het pas echt. Voor het Draaiend Huis geldt dat net zo. Er moet beweging in blijven!

Door: Ton Gimbrère

Burgerparticipatie is niet vanzelfsprekend: een pluim voor de wijkregisseur

In mijn vorige blog schreef ik over inwoners van Tilburg die zoekende zijn om zaken geregeld te krijgen middels een burgerinitiatief. Er waren verschillende vragen die bij mij te binnen schoten.”Wat is de oorzaak dat het niet geregeld wordt? Weten de burgers het juiste loket niet te vinden? Is er wel een loket?” In mijn portefeuille zit onder andere stadsdeel de Reeshof. Vanuit daar heb ik contact gelegd en ben ik in gesprek gegaan met vertegenwoordigers van de gemeente, de omgevingsmanager Reeshof en een van de twee wijkregisseurs voor de Reeshof om aandacht te besteden aan de inwoners van Tilburg. Dit gaf al gelijk antwoord op de vraag of er een loket is; ja dus. Echter geen fysiek loket maar een digitaal loket, alleen bereikbaar via de computer dus. Dan volgde de volgende vraag; hoe bereik je de mensen die geen computer hebben?

Het beeld wat bij de meeste inwoners leeft is dat we aan de ene kant de inwoners hebben en aan de andere kant de gemeente. Vanuit de gemeente is dat ook onderkend en vandaar de introductie van de wijkregisseurs als zogenaamde veldwerkers. Zij fungeren als de verbindende factor tussen het ambtelijke apparaat en de inwoners.

Zo vond eerder een goed gesprek plaats in het bijzijn van een betrokken bewoner. Hier werden diverse onderwerpen besproken die voortvarend zijn opgepakt door de wijkregisseur. De vervallen jeu de boules baan die ik in mijn vorige blogartikel aankaartte kwam hier ook ter sprake. De bestrating is inmiddels hersteld en in het voorjaar komt er een nieuwe laag split op de baan. Een fietspad is opnieuw bestraat en er zijn extra waarschuwingsborden aan het schrikdraad dat ter bescherming van de schaapskudde dient. Twee burgerinitiatieven ontplooid, voor herinrichting groenvoorziening en herinrichting speelweide. Door attent te zijn en aandacht te geven aan de problemen van de inwoners bouwen we aan een gelukkig Tilburg, samen.

CDA Tilburg. Altijd in de buurt.

Door: Hans van de Ven