Inbreng fractievoorzitter Erik de Ridder bij debat over coalitievorming

Lees hier de inbreng van CDA-fractievoorzitter Erik de Ridder zoals uitgesproken op 27 maart tijdens de raadsvergadering over de voorgenomen coalitiebesprekingen.

Mijnheer de voorzitter,

 
Gisteravond zag ik mezelf toevallig terug op Omroep Tilburg, in een interview op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen. Ik zag er niet al te fris uit, al zeg ik het zelf. Het was dan ook een uur of 2 ’s nachts, en het CDA stond op dat moment op 2 zetels verlies in de “voorlopige definitieve uitslag” die u toen net had uitgesproken. Mijn voorkomen van dat moment weerspiegelde het gevoel dat leefde binnen het CDA. We voelden ons verslagen. Korte tijd later vernamen we gelukkig nog dat we een restzetel hadden gekregen, waarmee het verlies met -1 iets draaglijker werd.

 
Ik postte die nacht op twitter “we zijn verslagen maar niet verloren.” Met hart en ziel hadden we campagne gevoerd om het CDA weer eens te laten winnen. Dat was al te lang geleden. Ik kijk met veel waardering terug op de campagne, waarin we straat voor straat in gesprek gingen over de gewenste koers voor Tilburg, Udenhout en Berkel-Enschot. De campagne gaf ons veel energie. Maar op 20 maart moest de knop om, en de stad bestuurd.

 
Voorzitter,

Als wij vanuit het CDA de uitslag van 19 maart op ons laten inwerken, zien wij het volgende beeld.

Dankzij de winst van D66 en het teleurstellend, maar bescheiden, verlies van het CDA wint het politieke midden. Ondanks de winst van de SP en het behoud van zetels door Groenlinks verliest links flink. Rechts verliest. En lokaal wint, maar alleen LST, voor de rest is lokaal wat ons betreft vooral versnipperd. 

 
We kunnen lang stil staan bij wat het CDA had gedaan als wij de grootste waren geworden op 19 maart. Helaas is ons dat niet gelukt. Het is daarom dat het CDA een bescheiden houding heeft aangenomen sinds de verkiezingen. D66 is de grootste; zij hebben de lead.

 
Voorzitter,

In het gesprek met de informateur hebben we gevraagd om te zoeken naar een stabiel bestuur, niet alleen qua meerderheid, maar ook, of juist, inhoudelijk. Een bestuur dat wat het CDA betreft niet noodzakelijkerwijs dezelfde overweldigende meerderheid hoeft te hebben als in de afgelopen periode. Een college van 5 wethouders heeft altijd onze voorkeur gehad. Zo ook nu. De stabiliteit moet ook niet volgen uit sec een numerieke meerderheid, maar uit een gedeelde visie op waar de stad naartoe moet. Tilburg staat immers voor een aantal grote uitdagingen. Het CDA wil de komende periode gebruiken om Tilburg verder vooruit te helpen. “Samen vooruit” is niet voor niets ons motto.

 
Het CDA is blij met de constatering van de informateur dat, en ik citeer “Voor alle fracties van enige omvang geldt dat zij zich bereid hebben getoond om bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.” En dat “De bereidheid om daarbij over onderlinge verschillen heen te stappen en pragmatisch afspraken te maken groot was.” Ook de bevinding dat er binnen de raad de sterke behoefte bestaat aan stabiliteit en constructieve samenwerking, niet alleen binnen een te vormen coalitie, maar ook binnen de raad als geheel, doet het CDA deugd. Deze bevindingen bieden een goede basis voor een periode van stabiel bestuur, waar onze stad mee vooruit kan.

 
Samen vooruit in de ruimtelijk-economische ontwikkeling van onze stad, en de grote opgaven die hier liggen. Denk aan de Spoorzone, de Piushaven, het winkelrondje en de gemeentelijke huisvesting. Maar denk ook aan de verdere versterking van ons vestigingsklimaat, oa door vitale bedrijventerreinen en het aantrekken van nieuwe werkgelegenheid. Stilstand is achteruitgang, en Tilburg moet juist vooruit!

 
Maar het CDA wil ook samen vooruit in maatschappelijke opgaven. De komende jaren staan in het teken van de drie grote transities op wmo/zorg, jeudzorg en participatie. Dit vraagt om een samenhangende visie op mens en maatschappij. Op zorgen voor en verzorgen van. En op participatie en op solidariteit. 

 
Voorzitter, ik rond af.

 
De informateur komt tot het advies om voor de formatie uit te gaan van vier partijen, te weten D66, de SP, Groenlinks en het CDA. Samen zijn zij, inmiddels, goed voor 25 van de 45 raadszetels. Een ruime meerderheid. Met 5 wethouders kunnen zij een evenwichtig bestuur samenstellen. Een ruimere meerderheid is geen doel op zich. Stabiliteit volgt zoals gezegd wat het CDA betreft niet uit een grotere numerieke meerderheid of meer portefeuillehouders, maar uit een gedeelde inhoudelijke visie op de stad. Ook wil het CDA nadrukkelijk op zoek naar allianties en verbinding, ook buiten de coalitie. De opgaven en ambities zijn te groot om alleen te steunen op een coalitiemeerderheid, en verdienen het om gedragen te worden door raad en stad.

 
De komende weken moeten uitwijzen in hoeverre we als beoogd coalitiepartijen ook in staat zullen zijn om de gewenste gezamenlijke visie op de stad, en de ruimtelijk-economische en maatschappelijke opgaven vorm en inhoud te geven, en met elkaar een stabiele koers vooruit uit te stippelen.

 
Het CDA stapt hier vol vertrouwen in. Een eerste verkenning van de inhoudelijke programma’s van onze beoogd coalitiepartners stemt ons hoopvol. Er liggen stevige opgaven die discussie en inzet zullen vragen van alle betrokkenen. Maar het gaat dan ook ergens om. Tilburg verdient een stabiel en stevig bestuur. Ik spreek graag het vertrouwen uit in dit voorstel en de beoogd coalitiepartners met wie wij graag in overleg treden.

 
Ik zou willen zeggen: samen vooruit.

CDA neemt initiatief voor Tilburgs Respijthuis

Respijthuis moet mantelzorgers in Tilburg ontlasten

Het CDA Tilburg heeft in de afgelopen maanden onderzocht wat nodig is voor de

realisatie van een Tilburgs Respijthuis. Een respijthuis is een huis waar zorgvragers voor bepaalde tijd kunnen verblijven, zodat de voor hen zorgende mantelzorgers even worden ‘ontlast’. In een tijd waarin, als gevolg van de diverse bezuinigingen en transities van rijkswege, de druk op mantelzorgers steeds groter wordt, pleit het CDA voor meer aandacht voor en ondersteuning van deze onmisbare mensen.

Een respijthuis geeft mantelzorgers niet alleen gelegenheid om even de batterij op te laden, maar is ook een plek waar mantelzorgers elkaar kunnen ontmoeten en ervaringen kunnen delen. Ervaringen uit Alkmaar, waar op initiatief van Iris Zeijlemaker al enige tijd een respijthuis succesvol in bedrijf is, tonen dit aan. Recent hebben Rein Valk en Ernst van Wely, trekkers van dit initiatief namens het CDA Tilburg, gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van o.a. De Wever, MEE en WonenBreburg om maatschappelijk draagvlak voor een Tilburgs Respijthuis te organiseren. Alle gesprekspartners, onder wie Willem Kieboom (De Wever), Marijke van Weert (MEE) en Johan Dunnewijk (Wonen Breburg) toonden zich zeer enthousiast en hebben hun medewerking aan het project toegezegd. Vervolgstap is nu het maken van een plan van aanpak met alle betrokken organisaties, waartoe het CDA Tilburg op korte termijn een rondetafelbijeenkomst zal organiseren. CDA-lijsttrekker Erik de Ridder over het respijthuis: “Mantelzorgers verdienen groot respect en waardering voor hun inzet. Mantelzorg is geen keuze, want mensen ontkomen er niet aan, en de zorg neemt vaak alleen maar toe. Juist daarom wil het CDA mantelzorgers ontlasten door een volwaardig Respijthuis in te richten, zoals dat in Alkmaar al bestaat”.